- Waarom speciale aandacht voor monitoren?
- Wat is reflexief monitoren?
- Waarin is reflexief monitoren anders?
- Wat zijn in het algemeen doelen van monitoren en evalueren?
- Kan ik leren verenigen met verantwoorden?
- Waarom is participatie belangrijk?
- Welke rol heeft een reflexieve monitor?
- Welke taken heeft een monitor?
- Is een externe monitor nodig?
- Wat monitor of evalueer ik?
Kan ik leren verenigen met verantwoorden?
Niet zonder meer. Er is vaak spanning tussen monitoren en evalueren om te leren en aan te passen (reflexief monitoren) en monitoren en evalueren voor verantwoorden. Dat komt bijvoorbeeld tot uitdrukking in:
Flexibiliteit versus vaste doelen en resultaten. Het verantwoordingsdoel brengt druk met zich mee om vast te houden aan vooraf geformuleerde, vastomlijnde projectresultaten en om een project of programma onder controle te houden. Dit kan de ruimte beperken voor aanpassingen. Hier botst het leer- en aanpassingsdoel van reflexief monitoren met het verantwoordingsdoel.
Openheid versus 'alleen het goede nieuws'. Het leerdoel van reflexief monitoren vraagt openheid over ‘mislukkingen' en onverwachte resultaten, terwijl bij verantwoording alle aandacht uitgaat naar de behaalde successen.
Detail versus globaal beeld. Verder is voor het leerdoel vaak gedetailleerde informatie nodig over de aanpak en voortgang van het project of programma. Het verantwoordingsdoel is veelal meer gediend met globale informatie over budgetuitputting, planning en resultaten. Bij een beperkt budget kan ook hier spanning ontstaan.
Daarom en vanwege de uiteenlopende vragen die meekomen met de verschillende doelen, is het leerdoel niet altijd makkelijk te combineren met verantwoorden.
Overleg gewenst
Overleg tussen de opdrachtnemer en opdrachtgever over monitor- en evaluatiedoelen en indicatoren is dan ook gewenst. Soms worden sets van vragen en indicatoren gevonden waarmee zowel doel van leren en aanpassen als het verantwoordingsdoel voldoende worden gediend. Is dat niet het geval? Dan is mogelijk een goede strategie om opeenvolgend te werken: u begint met monitoren en evalueren om te leren, waarbij u goed inzicht krijgt in de ontwikkeling en resultaten van het programma. Op basis daarvan start u (aanvullende) monitoring en evaluatie voor de verantwoording.