Indicatorensets
Gebruikt voor
Het volgen en vastleggen van het leer- en innovatieproces in een systeeminnovatief project of programma.
Uitgangspunten
De indicatorensets zijn gebaseerd op theorieën over leren en (systeem)innovatie.
Wat doet u?
U maakt met het projectteam en eventuele andere deelnemers een diagnose van het project of programma aan de hand van twee hoofdgroepen van indicatoren: effect- en procesindicatoren. Daarbij doorloopt u liefst meerdere malen de volgende stappen: 1) onderzoeken 2) analyseren 3) bespreken met de project- of programmaleiders of in groter verband en 4) rapporteren.
U gebruikt effectindicatoren voor twee niveaus: die van het netwerk en van actoren.
- Netwerkindicatoren zijn: convergent leren; gezamenlijke aanpak van institutionele barrières; complementaire veranderingen van vanzelfsprekende routines en samenhangende institutionele veranderingen.
- De actorindicatoren zijn: tweede-orde-leren en systeemleren; individuele aanpak van institutionele barrières; verandering van routines en enkelvoudige institutionele verandering.
Voor het analyseren van de effectindicatoren is het veelal nodig om een vergelijking te maken: in tijd en tussen betrokkenen.
Op basis van deze diagnose reflecteert u vervolgens met het projectteam en deelnemers op de vraag of het nodig is om het leer- en innovatieproces te versterken. De procesindicatoren geven u zicht op aangrijpingspunten daarvoor. Deze (tweede) groep van indicatoren benoemt condities voor leren in een innovatienetwerk. Daarbij onderscheidt u:
- Indicatoren voor netwerkontwikkeling: bijvoorbeeld heterogene netwerkvorming, prime movers, betrokkenheid en gevoel van urgentie bij relevante actoren
- Indicatoren voor interactie: vertrouwen tussen netwerkactoren en wederzijdse bereidheid tot reflectie
- Indicatoren voor systeemaanpak: de ambitie om bij te dragen aan systeeminnovatie en de gerichtheid op gepercipieerde systeemknelpunten.
Let op: tenzij u de voorgeschiedenis van het project met effectindicatoren in beeld wilt brengen, begint u bij aanvang van een nieuw project met een diagnose van deze procescondities, omdat van effecten nog geen sprake is.
Randvoorwaarden
- Onderzoekvaardigheden zoals operationaliseren, interviewen, analyseren en dergelijke
- Kennis van leer- en innovatietheorieën.
Meer informatie
- Mierlo, B. van et al. (2010). Reflexieve monitoring in actie. Handvatten voor de monitoring van systeeminnovatieprojecten, Boxpress: Oisterwijk.
- Van Mierlo, B., Arkesteijn, M. en Leeuwis, C. (2010). Enhancing the Reflexivity of System Innovation Projects with System Analyses. American Journal of Evaluation 31(2) pp. 143-161.
Gebruikt door
- Barbara Van Mierlo, Wageningen UR
- Boelie Elzen, Universiteit Twente: b.elzen@utwente.nl