Zoek

Trefwoord


Filter

Reflexieve programmamonitoring

 

Gebruikt voor

Reflectie op de voortgang en effectiviteit van een transitieprogramma om dat zo nodig bij te stellen.

Uitgangspunten

De methodiek is gebaseerd op recente inzichten in monitoring en evaluatie van transitieprocessen, op het multilevel perspective en het analysemodel van Technologische Innovatiesysteem benadering (TIS). De resultaten zijn in de eerste plaats bedoeld voor het programmamanagement.

Wat doet u?

Om te beginnen maakt u een actuele beschrijving van het programma. Die beschrijving omvat: de lange termijn visie, het doel, de innovatiebelemmeringen en - motoren (zie hiervoor de TIS methode), het activiteitenportfolio en een overzicht van de betrokken spelers.

U brengt verder in kaart of de uitvoering van het programma op schema verloopt en beschrijft knelpunten en onvoorziene omstandigheden in de uitvoering van het programma.

Daarnaast maakt u een omgevingsverkenning. U brengt daarvoor ontwikkelingen in de maatschappelijke omgeving in kaart, die van invloed kunnen zijn op belemmerende factoren in het innovatiesysteem.

Tot slot organiseert u een reflectieve dialoog tussen direct betrokkenen. Daarin staan twee vragen centraal. Ten eerste: zal het programma de verwachte bijdrage leveren aan het wegnemen van belemmeringen en haperende motoren? De tweede vraag is: geven de antwoorden op de voorgaande vragen aanleiding tot bijstelling van doel en de activiteiten van het innovatieprogramma?

Het idee is dat u de methodiek met enige regelmatig toepast, om het programma gericht bij te sturen bij nieuwe ontwikkelingen en inzichten.

Randvoorwaarden

De methodiek is goed bruikbaar voor programma's gericht op technologische innovatiesystemen. De toepassing op programma's die zich richten op een sector, een product(ie)keten of een gebied vereist methodologische aanpassingen.

Meer informatie

Gebruikt door

Roald Suurs, TNO: Roald.Suurs@tno.nl of Rob Weterings, TNO: rob.weterings@tno.nl