Transumo A15 project: Visievorming en visie
Functie / Domein: | Vervoer en ruimtelijke organisatie |
Illustratie van: | Visievorming, richtinggevende principes, streefbeelden/maatregelpakketten |
Context en landschapsontwikkelingen
Het beleid worstelt met vraagstukken van bereikbaarheid, luchtkwaliteit, energieverbruik en CO2 uitstoot. In de Mainport Rotterdam komen deze problemen samen. De Mainport is van groot belang voor zowel de regionale als de nationale economie. Maar de A15 - symbool voor de verbindingen met het achterland van het havengebied - staat nu al vaak vol. Door de geplande aanleg van de Tweede Maasvlakte neemt het verkeer van en naar de haven met een factor drie toe. Met alle gevolgen voor de bereikbaarheid in het gebied en voor de luchtkwaliteit, het geluid en de externe veiligheid. Bovendien komt de schaarse ruimte in aangrenzende woongebieden onder druk, omdat nieuwe woningen en bedrijven verder van de weg moeten komen. De problemen rond de A-15 zijn dus een probleem van ‘People', ‘Planet' en ‘Profit'.
Verkenningsinitiatief
Daarom startte een groot aantal partijen (ruim 250) binnen Transumo het project A-15: Van Maasvlakte naar achterland. Doel was om nieuwe mogelijkheden te verkennen om de achterlandverbinding van en naar de haven van Rotterdam duurzaam te verbeteren. Partners in het project waren de Erasmus Universiteit Rotterdam, de Haven van Rotterdam, Deltalinqa, de Gemeente Rotterdam, Stadsregio Rotterdam, TNO, DCMR milieudienst Rijnmond en Transumo.
Proces visievorming/heroriënteren
Figuur: stappen in het traject Van Maasvlakte naar Achterland.
Het project heeft had vooral tot doel om tot een gedeelde probleemperceptie te komen en de urgentie voor een innovatieve aanpak te vergroten. Er was minder aandacht voor collectieve visievorming.
De bovenstaande figuur vat de organisatie en het proces samen. Het is geëntameerd door een werkgroep met vertegenwoordigers van de deelnemende organisaties, begeleid door een stuurgroep.
Verkennende interviews en workshops
Het A-15 project startte met verkennende interviews met stakeholders. De interviews gingen over hun visie op lange termijn op duurzaam vervoer in het gebied (hun individuele wensbeelden), belangrijke trends, problemen en mogelijke oplossingen. In de daarop volgende workshops met stakeholders is gesproken over de wensbeelden en is onderzocht of men kon komen tot een gedeelde probleemperceptie en gedeeld gevoel van urgentie. Bovendien kwamen mogelijke maatregelen ter sprake.
Het projectteam vulde de informatie aan met deskresearch & analyses en meningen van experts.
Innovatie-impuls
Men had de deelnemers gekozen op grond van de partij die ze vertegenwoordigden en niet zozeer op hun creatieve vermogens. Waarschijnlijk zijn dit de redenen voor het feit, dat de eerste resultaten weinig vernieuwend waren. Te weinig, naar het oordeel van het projectteam. Daarom organiseerde het een innovatie-impuls via twee workshops met externe partijen. De deelnemers waren geselecteerd op hun frisse blik en creatieve ideeën. Zij brachten projectinhoudelijke maar ook procesmatige ideeën aan.
De impuls resulteerde in een breed gedeelde opvatting dat op termijn verdergaande maatregelen noodzakelijk zijn dan de huidige ideeën (in uitvoerings- en beleidsplannen opgenomen zoals Randstad Urgent, MER-MV2).
Richtinggevende principes voor verdere uitwerking
Richtinggevende principes bij de volgende stap naar een uitvoeringsprogramma zijn geweest:
- Duurzame mobiliteit is opgevat in termen van verkeerseffecten, luchtkwaliteit, geluid en externe veiligheid
- De wettelijke ambities voor die aspecten werden een minimum; in overeenstemming met wensbeelden is daarnaast met een bovenwettelijke duurzaamheidsambitie gewerkt
- Er is aansluiting gezocht bij de uitgangspunten van het MER-maatregelenpakket
- Onzekerheden zijn verdisconteerd in de uitwerking. Zie Transumo A-15 project: Werken met onzekerheden.
Transitiepaden
De principes leidden in eerste instantie tot een 3D-maatregelenpakket, aantrekkelijk voor de stakeholders. Daarvan is de effectiviteit in verschillende situaties berekend. Het project heeft ook een overzicht opgeleverd van culturele en organisatorische lock-in's die de transitie naar duurzaam vervoer in het mainportgebied kunnen frustreren. De resultaten zijn besproken met de deelnemers. Kansrijke maatregelen zijn verder uitgewerkt. Ze zijn samengebracht in 3 transitiepaden:
- Duurzaam verkeers- en mobiliteitsmanagement
- Containerlogistiek, modal split en verduurzaming transport
- Ruimte, economie en transportbesparing.
Hefbomen
Vervolgens zijn 11 ‘hefbomen' geformuleerd die de beweging naar duurzaam vervoer op gang zouden kunnen brengen of versnellen. We noemen twee voorbeelden van zulke hefbomen.
Leren sturen aan de voorkant van grote veranderingsprocessen. Dit gaat erom dat de transitie naar een bio-based economy wordt aangegrepen om beter te leren sturen aan de voorkant van economische en ruimtelijke ontwikkelingen: op transportbesparing, clustervorming en verduurzaming. Zo wordt een integrale benadering van ruimtegebruik en transport integraal bevorderd en is te voorkomen dat de bio-based economy vooral nieuwe transportbewegingen oplevert.
Van modal split naar intermodale sturing. Deze hefboom beoogt de modal splitstrategie van weg naar water om te bouwen tot een strategie van intermodale sturing. Speciale aandacht gaat daarbij naar de ‘governance'-arrangementen op de terminals en transferia, de inzet van informatietechnologie en nieuwe logistieke concepten (push & pull, hub & spoke, flow, co-siting). Daarbij hoort dat de betrokken partijen (denk aan de verladers) worden geconfronteerd met een integrale kostprijs van hun handelen.
Realisatie
Voor de praktische uitwerking van de voorstellen is overleg gevoerd met de belangrijkste stakeholders in de regio. Anno 2010 ligt het in de verwachting dat de Verkeersonderneming, opgericht door het ministerie van Verkeer en Waterstaat, de gemeente Rotterdam, het Havenbedrijf daarin een rol gaan spelen.
Bronnen
Transumo A15 project. Van Maasvlakte naar Achterland. Duurzaam vervoer als uitdaging (eindrapportage. 2009). Uitgave te verkrijgen bij de Erasmus Universiteit (geerlings@fsw.eur.nl)
Of kijk voor publicaties op www.transumofootprint.nl, Bibliotheek, project A15.