Alle vragen


Wat is speciaal aan transitieprojecten?

Er zijn duidelijke verschillen tussen klassieke innovatie-projecten en transitieprojecten of transitie-experimenten zoals ze in transitiejargon worden genoemd. Het onderstaande schema maakt dat duidelijk:

 

Klassiek innovatieproject

Transitieproject

Doel

Mogelijke oplossing voor een niet al te complex en vaak praktisch probleem; innovatie met het oog op nieuwe markten

Bijdrage aan een bredere maatschappelijke opgave (zoals een vraagstuk van duurzame ontwikkeling)

Aard vernieuwing

Neer incrementeel dan radicaal; geen beduidende veranderingen in het regime

De vernieuwing is naar zijn aard radicaal en breekt met het bestaande regime 

Tijdshorizon van de vernieuwing

2-5 jaar

Voorbij het concrete experiment: middellange en lange termijn

Betrokkenen

Gespecialiseerde staf: onderzoekers, ingenieurs andere professionals binnen een organisatie

Gespecialiseerde staf en anderen: betrokkenen van verschillende organisaties en/of domeinen

Leren

Vaak impliciet en beperkt tot een enkel domein/bedrijf of  enkele sleutelpersonen. Het behelst zelden herziening van fundamentele assumpties en waarden

Leren over de vernieuwing en structuurbelemmeringen is een essentieel onderdeel van het experiment. Leerinzichten worden vertaald naar het experiment en de omgeving

Management context

Klassiek projectmanagement

Projectmanagement gericht op het in stand houden van:

  • de inhoudelijke vernieuwing
  • het ontwikkelen van veranderingsgerichte coalities
  • leren en het maken van nieuwe structuurvoorwaarden (zoals regels, cultuur, juridische randvoorwaarden)

Voldoet uw project niet aan alle eigenschappen? Deze site is dan toch waardevol als uw project voldoet aan één van de volgende voorwaarden:

  • Het draagt bij aan een bredere en langere termijnopgave
  • Het overschrijdt de grenzen van de eigen organisatie
  • Het vraagt vernieuwing van de structuur of het regime: zoals regels, routines, cultuur, rollen en kennis.

De tips en aandachtspunten van deze site helpen u in dat geval het transitiepotentieel van uw project te vergroten.


Wat is het resultaat van de visievorming?

Uw visie:

Daarbij hebt u de volgende dingen betrokken:

Bepaal welke eisen het meest doorslaggevend moeten zijn

De verschillende eisen zijn niet zomaar te combineren. Zo geldt: hoe vernieuwender een visie is, hoe minder robuust en realistisch die waarschijnlijk zal zijn. En dat verkleint de kans dat de visie anderen aanspreekt. Sta er daarom bij stil welke eisen het meest doorslaggevend moeten zijn.


Wat is een systeeminnovatief kernidee?

Systeeminnovatieve kernideeën zijn ideeën om hardnekkige problemen op te lossen. Ze doorbreken ‘perverse' koppelingen en houden nieuwe koppelingen in. Perverse koppelingen zijn verbanden tussen ontwikkelingen die positief worden gewaardeerd, maar die negatieve bijeffecten hebben die de positieve effecten (gaan) overschaduwen.

Voorbeelden van systeeminnovatieve kernideeën zijn:


Hoe baken ik het onderwerp af?

Er zijn verschillende mogelijke startpunten voor een afbakening:

U kunt ook een combinatie maken van verschillende startpunten.

In het verdere visievormingsproces stelt u uw beginafbakening zo nodig bij en scherpt u uw afbakening aan.

Geen te groot systeem

Kies het systeem niet te groot; want dan geeft uw visie geen richting meer aan uw project.


Hoe maak ik een visie?

Visievorming is meestal een zaak van schakelen tussen problemen en oplossingen.  

problemenoplossingen

Start met de probleemkant

Aan de probleemkant benoemt u hardnekkige problemen, waaraan u wilt werken (zie ook de figuur). U brengt vervolgens de onderliggende perverse koppelingen en structuurknelpunten in kaart. Daarna maakt u een slag naar een systeeminnovatief kernidee en een visie. Methoden die u kunnen helpen om problemen in kaart te brengen zijn onder andere de causaalanalyse, causale lusdiagrammen, SCENE, narratieve analyse. Kijk voor meer methoden bij 'Methoden' boven aan deze pagina en kies in het zoekmenu bij 'cluster': visievorming.

Start met een visie

U kunt ook aan de oplossingenkant beginnen, met een visie en/of systeeminnovatieve kernideeën. Op basis daarvan benoemt u de perverse koppelingen of de barrières die het verwezenlijken van de visie in de weg staan. Methoden die u voor de visievorming kunt gebruiken zijn onder andere creativiteitssessies, ESTEEM, scenario-ontwikkeling. Kijk voor meer methoden bij 'Methoden' boven aan deze pagina en kies in het zoekmenu bij 'cluster': visievorming.


Is een visie onveranderlijk?

Het antwoord op deze vraag is nee. Er kan aanleiding zijn om uw visie bij te stellen. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren als:

 


Is collectieve visievorming nodig?

Vaak zijn het individuele ondernemende en visionaire mensen die vernieuwende ideeën ontwikkelen. Er is dus niet altijd sprake van collectieve visievorming en dat is ook niet noodzakelijk. Maar er zijn voordelen aan collectieve visievorming:

Collectieve visievorming vergroot daarmee de kans dat de visie de betrokkenen aanspreekt en dat zij er iets mee willen doen.

Wanneer collectieve visievorming?

Collectieve visievorming heeft de voorkeur als verschillende betrokkenen van elkaar afhankelijk zijn voor de vernieuwing.

Verwachtingen inventariseren

Kiest u niet voor collectieve visievorming? Inventariseer dan in ieder geval de verwachtingen en opvattingen van betrokken partijen, want misschien blijkt dat u er goed aan doet om uw visie aan te passen of verwachtingen van anderen bij te stellen.

Begin de inventarisatie met mensen die welwillend staan tegenover uw vernieuwingsideeën. Gebruik hun reacties voor het sterker maken van uw visie. Tast ook af wat deze mensen kunnen betekenen voor een project op basis van die visie. Als uw visie en de uitwerking meer uitgekristalliseerd zijn en voldoende stevig lijken, benadert u minder bekende en meer kritische mensen. Vooral die laatsten zullen u inzicht bieden in waarop uw project kan sneuvelen.


Wie kies ik als deelnemers?

De volgende richtlijnen helpen u bij het kiezen van deelnemers bij collectieve visievorming:

Eigenschappen deelnemers

Kies de deelnemers op basis van de volgende eigenschappen:

Verder is het belangrijk dat deelnemers de nodige tijd kunnen investeren in visievorming en zich willen zich committeren aan het traject van de visievorming.

Zie verder ook: Cluster Competenties.       


Waaraan voldoet het proces?

Zowel de inhoud als het proces van de collectieve visievorming moeten mobiliserend en enthousiasmerend zijn. Zo vergroot u de kans dat er een steunend netwerk ontstaat voor de volgende fase (het ontwerpproces).

Proceseisen

Specifieke proceseisen zijn:


Welke kennis en vaardigheden zijn nodig?

De volgende kennis en vaardigheden zijn essentieel voor het ondersteunen van collectieve visievorming:

Daarnaast  is van belang:

Zie hiervoor ook: cluster Competenties


Wat te doen met machtsverschillen?

Bijna altijd krijgt u bij collectieve visievorming te maken met deelnemers met verschillende status. Machtsverschillen kunnen een creatief proces verstoren.

Machtsverschillen nivelleren

Hoe kunt u machtsverschillen nivelleren?

Machtsverschillen als afspiegeling van structuur

Machtsverschillen tussen deelnemers zijn een afspiegeling van de bestaande structuur. Ze zijn daarom een signaal van structurele belemmeringen voor transitie, waar u ook later in het traject tegenaan kunt lopen.


Wat te doen bij terugval in vanzelfsprekendheden?

Een bekende valkuil bij visievorming is dat betrokkenen in vanzelfsprekende denkpatronen terugvallen. U moet hierop alert zijn en zo nodig ingrijpen. Daarbij kunt u verschillende methoden inzetten, zoals: Contra-intuïtief innoveren, de Socratische intervisiemethode, Handelingstheorie, Interpretive frame approachProtee, Causaalanalyse. Zie voor meer informatie de databank ‘Methoden'.


Hoeveel tijd kost visievorming?

Een goede visie ligt zelden in één keer op tafel. Vaker rijpt een visie langzaam. Soms neemt het wel een jaar om van een eerste idee tot een uitgewerkte visie te komen.

Visievormingssessies

Gaat u met een groep aan het werk? Reken dan voor visievorming op minstens drie bijeenkomsten. Houd ze niet te kort na elkaar, maar ook niet te ver uit elkaar in de tijd. De tijd tussen de sessies hebt u nodig om: