Welke competenties zijn relevant?

De ervaring leert dat drie basiscompetenties nodig zijn voor transitiewerk:

  • Communicatief vermogen
  • Goed kunnen netwerken
  • Overtuigingskracht.

Zes groepen

Deze drie basiscompetenties maken deel uit van zes groepen van competenties die voor transitiewerk belangrijk zijn (zie de tabel). Niet al deze competenties hoeven in één persoon verenigd te zijn. Doorgaans werkt u immers in een team.

ompetentiegroep

Competentie

Patronen herkennen

  • integraal denken
  • onbevangen vragen stellen
  • analytisch denken
  • conceptueel denken

Heroriënteren

  • visionair zijn en inspireren
  • lef en veranderkracht hebben
  • creatief zijn
  • historisch besef hebben

Experimenteren

  • mobiliseren
  • goed kunnen organiseren
  • tweede-orde-leren

Verankeren

  • anticiperen
  • ondernemend zijn
  • kunnen verleiden
  • netwerken en lobbyen

Monitoren

  • observeren
  • reflectief zijn
  • zelfbewust en zelfstandig optreden

Transitie management

  • systeemdenken
  • inzicht, overzicht en gevoel voor timing hebben
  • balanceren tussen inhoud, proces en resultaat

 

In het Competentiecahier nr. 1, wordt deze tabel toegelicht. In het Competentiecahier nr.2 staan de competenties beschreven in termen van gedrag. 

Samenhang met clusters

De zes competentiegroepen hangen als volgt samen met de clusters op deze website:

  • De competentiegroepen patronen herkennen en heroriënteren sluiten aan bij het cluster ‘Visievormen/heroriënteren' 
  • De competentiegroep Experimenteren is belangrijk voor het  werk dat start bij een ‘Plan van aanpak maken' 
  • De competentiegroepen Verankeren en Monitoren passen bij de gelijknamige clusters 
  • De competentiegroep "Transitiemanagement' tenslotte dekt een overkoepelende competentiegroep over de kunst van het begeleiden van de stakeholders, die vooral gaat spelen wanneer na de visievorming gewerkt gaat worden aan de uitvoering van een programma. 

Wijzigende behoeften

Competentiebehoeften kunnen veranderen in de loop van een traject. Bouw daarom voldoende vrijheid in de organisatie van een project of programma in, zodat u zo nodig kunt variëren met de inzet van mensen en competenties.