Om welk type activiteiten gaat het?

Hieronder vindt u zes typen activiteiten die nodig kunnen zijn om van experimentele nieuwe praktijken tot een maatschappelijke beweging te komen. Welke activiteiten u oppakt, hangt ongetwijfeld af van het onderwerp, maar waarschijnlijk meer nog van de missie en formele taken van uw organisatie.

1 Doorontwikkelen van concepten of van systeeminnovatieve kernideeën en het opzetten van nieuwe projecten in andere contexten (verbreden van vernieuwing). Koppel in ieder geval evaluaties activiteiten, om te leren over belangrijke regime- of structuurvoorwaarden voor vernieuwing. Houd verder bij het opzetten van nieuwe experimenten rekening met de belemmeringen die u bij eerdere experimenten bent tegengekomen. Mogelijk vragen die nieuwe typen activiteiten.

2 Werken aan uitvoeringsgerichte coalities of samenwerkingsverbanden. Dit type activiteiten wordt vaak in samenhang met type 1-activiteiten uitgevoerd. Een voorbeeld is de oprichting van een nieuw consortium, met als specifieke taak om een nieuw idee verder uit te ontwikkelen of om nieuwe experimenten starten.

3 Werken aan urgentie en legitimatie voor vernieuwing. Dat kan bijvoorbeeld door:

  • Het verzamelen van feitelijke gegevens over problemen - denk bijvoorbeeld aan gegevens van klimaatverandering en de effecten voor de waterhuishouding ter onderbouwing van de noodzaak van ander waterbeheer
  • Het verzamelen van feitelijke informatie, om aan te tonen dat structurele steun van experimenten waard is, bijvoorbeeld via maatschappelijke business cases
  • Actieve communicatie van de feitelijke informatie die de urgentie onderbouwt. U kunt media inschakelen, op congressen spreken; vakbladen gebruiken, eigen nieuwsbrieven of websites opzetten of sponsors of adviesorganen met status proberen te overtuigen die de urgentieboodschap of visie helpen verspreiden, gericht op specifieke doelgroepen)
  • Het formuleren van een visie op een niveau boven losse, interessante projecten, bijvoorbeeld op het niveau van een (deel)sector of sector; het formuleren van een maatschappelijke agenda. Deze visie op hoger niveau, ofwel de maatschappelijke agenda, kan werken als een paraplu die nieuwe initiatieven legitimeert

4 Verspreiden van het systeeminnovatieve gedachtegoed, bijvoorbeeld door daar artikelen in vakbladen over te (laten) schrijven; te zorgen voor media-exposure; audiovisueel materiaal te (laten) maken enzovoorts. U kunt ook sponsors met status proberen in te schakelen die de ideeën helpen te verspreiden.

5 Bevorderen dat nieuwe ideeën in formele beleidsdocumenten opgenomen worden. U kunt dan denken aan structuurplannen, overheidsvisies, missiestatements en beleidsplannen van bedrijven. Om dit voor elkaar te krijgen, moet u uitstekende contacten hebben en goed weten wat wanneer speelt in betrokken organisaties. Nationale adviesraden zoals de VROM-raad, Raad landelijk Gebied, Raad voor Gezondheidsonderzoek kunnen een belangrijke intermediaire rol spelen in het op de kaart zetten van nieuwe ideeën. Zijn de transitie-ideeën eenmaal opgenomen in formele beleidsdocumenten, dan zijn ze leidraad voor of onderdeel van formeel beleid.

6 Werken aan structuurveranderingen/nieuwe instituties, een essentieel onderdeel van transitiewerk. Zie hiervoor verder de vraag 'Aan welke institutionele aanpassingen moet ik denken?'

In de praktische uitwerking kan er overlap zijn tussen de activiteiten. Ook zijn er afhankelijkheidsrelaties. Bijvoorbeeld: wanneer een gedeeld gevoel van urgentie is ontstaan, is het makkelijker het beleid mee te krijgen. Ook het sluiten van coalities voor verandering wordt dan makkelijker.